Skip to main content
Skip table of contents

Z3.1.1 | Uitwisseling correspondentie bij verwijzing of overdracht

Deze pagina beschrijft de uitwisseling in het geval van het versturen van de Correspondentie behorende bij een verwijzing of overdracht. De Z3.2.1 | COR TTA Exchanging correspondence - FHIR Notified Pull beschrijft de technische invulling van deze uitwisseling binnen Twiin.

Doel en relevantie

Bij het verzenden van bijbehorende correspondentie naar een andere instelling kan van verschillende varianten sprake zijn.

  • Een arts verwijst naar een andere arts, of er is een overdracht van een patiënt naar die andere instelling en de eigen behandeling is daarmee afgelopen.

  • Een tweede arts doet een deel van de behandeling zonder dat de eerdere arts de (eigen) behandeling beëindigt.

In al deze gevallen spreken we in deze informatiestandaard van verwijzing en/of overdracht. We maken geen strikt onderscheid tussen verwijzen en overdracht, en ook niet op de vraag of de verwijzende arts al dan niet bij de behandeling betrokken blijft. Dat kan per zorgproces nader bepaald worden. De essentie hier is dat de tweede arts een eigen, zelfstandige behandelovereenkomst met de patiënt aangaat.

Bedrijfsrollen

Rol

Toelichting

Verwijzer

De arts die een patiënt verwijst of overdraagt naar een andere arts bij een andere instelling en in het kader daarvan de correspondentie deelt.

Nieuwe behandelaar

De arts van de andere instelling die de correspondentie ontvangt en een behandelovereenkomst met de patiënt aangaat (of voortzet).

Proces en context

Patient journey

Een patiënt is onder behandeling bij een oncoloog in een regionaal ziekenhuis. De patiënt heeft een complexe aandoening, waarvoor de behandeling beter voortgezet kan worden in een nabij academisch ziekenhuis. De behandelend arts verwijst de patiënt door naar het academisch ziekenhuis, en verstrekt daarbij (alle of een deel van) de volgende documenten:

  1. een verwijsbrief;

  2. de benodigde dataset van de patiënt;

  3. eventuele verdere bijlagen of verwijzingen.

De patiënt komt op een consult in het academisch ziekenhuis. De behandelend arts daar opent het eigen EPD en ziet de dataset en de overige informatie uit het regionale ziekenhuis in. Het academisch ziekenhuis zet de behandeling voort.

Precondities

  • De patiënt is onder behandeling in een instelling.

  • De behandelend arts besluit tot verwijzing of overdracht.

  • De gegevens van de patiënt zijn vastgelegd in het EPD.

  • Behandelend en ontvangend ziekenhuis kunnen digitaal de dataset en bijbehorende correspondentie uitwisselen.

Trigger event

Het besluit van een arts om een patiënt te verwijzen of over te dragen aan een andere instelling, waar de patiënt onder behandeling zal komen.

Proces

  1. De behandelend arts kiest een instelling en specialisme (en mogelijk een zorgverlener binnen die instelling) waarnaar verwezen wordt.

  2. De behandelend arts rondt de verwijzing af.

  3. De dataset en bijbehorende correspondentie wordt verzonden.

  4. Een arts in de ontvangende instelling ziet de dataset en bijbehorende correspondentie in, en neemt (indien gewenst) alle of een deel van de gegevens over.

JavaScript errors detected

Please note, these errors can depend on your browser setup.

If this problem persists, please contact our support.